Gerard Roes doet verslag van zijn zoektocht naar de kernwaarden die hem dreven bij het dienen van tal van ministers. In zijn boek beschrijft Gerard Roes zijn persoonlijke belevenissen als rijksambtenaar. Als geen ander kent hij de rijksdienst. Vaak heeft hij geopereerd in het spanningsvlak tussen door politiek gedreven bewindslieden en een loyaal ambtelijk apparaat. Dagelijkse werkzaamheden om alles draaiende te houden, reorganisaties, de behandeling van beleidsvraagstukken en grote wetgevingsoperaties wisselden elkaar af. Vaak was dit business als usual, maar soms konden problemen uitgroeien tot affaires die het uiterste van alle betrokkenen vroegen en ook persoonlijk niet altijd gemakkelijk waren. In dit boek doet hij verslag van zijn bijna veertigjarige zoektocht naar de kernwaarden die hem hierbij dreven: vakmanschap, dienstbaarheid en loyaliteit. Zij zijn naar zijn oordeel juist nu relevant en van grote waarde voor de relatie ambtenaar–minister. Roes geeft nadere betekenis aan deze kernwaarden. Zo benadrukt hij dat vakmanschap een breder begrip is dan deskundigheid. Het ziet niet slechts op inhoudelijke kennis, maar omvat onder meer ook ervaringen met het maatschappelijk veld en in het bijzonder rechtsstatelijk bewustzijn. Dienstbaarheid ziet op de wil en het vermogen de publieke zaak te dienen. Loyaliteit is in ieder geval een houding van trouw. Trouw aan de minister, trouw aan de organisatie, maar ook trouw aan jezelf. Deze kernwaarden zijn voor Roes het kompas geweest in het dienen van een groot aantal ministers zoals Hans Wiegel, Ien Dales ,Hans Dijkstal, Winnie Sorgdrager, Benk Korthals, Piet Hein Donner en Ivo Opstelten.