Het zelfbeeld is van grote invloed op ons doen en laten. Er zijn weinig andere persoonlijkheidskenmerken die zo sterk doorwerken in ons denken, onze emoties en ons gedrag.
Jongeren met een positief zelfbeeld voelen zich niet alleen gelukkiger, maar zijn ook beter bestand tegen de gevolgen van teleurstellingen, tegenslagen, schokkende gebeurtenissen en stressvolle situaties. Het positieve zelfbeeld werkt als een buffer en heeft een beschermende werking. Het is te beschouwen als een sociaal vaccin dat kinderen en jongeren weerbaarder maakt tegen negatieve ervaringen zoals pesten en verwaarlozing.
Het positieve zelfbeeld als sociaal vaccin behandelt een aantal van deze bedreigingen. Het laat ook zien hoe het kan leiden tot een negatief zelfbeeld en hoe dat ernstige gevolgen kan hebben zoals suïcidale gedragingen, depressie en angststoornissen.
De bouwstenen van een positief zelfbeeld liggen op meerdere terreinen, te beginnen met het gezin. Daar wordt de basis gelegd via een democratische opvoedingsstijl en een positief gezinsklimaat. Andere belangrijke bouwstenen vormen de positieve relaties met waarderende en gewaardeerde vrienden.
In de behandeling van kinderen en jongeren die worstelen met psychische- en/of gedragsproblemen ligt in veel gevallen de sleutel in het verhogen van een laag zelfbeeld. Inhoud
Voorwoord 11
Inleiding 13
Ten geleide 21
DEEL I
HET ZELFBEELD VROEGER EN NU
1. Korte geschiedenis van het zelfbeeld 25
1.1. Inleiding 25
1.2. Wie was deze pionier? 25
1.3. Drie voorlopers 26
1.4. Van theorie naar praktijk 27
1.5. Twee toonaangevende onderzoeken 28
1.6. Wetenschappelijke en publieke belangstelling 29
1.7. De geschiedenis van het zelfbeeld kort samengevat 30
2. Het belang van een positief zelfbeeld 31
2.1. Inleiding 31
2.2. Het zelfbeeld 31
2.3. Jeugdigen met een positief zelfbeeld 31
2.4. Minder psychische, sociale en gezondheidsproblemen 32
2.5. Weerbaarheid 33
2.6. Signalen van een negatief zelfbeeld 34
3. Het zelfbeeld nader bezien 37
3.1. Het zelfbeeld: boosdoener of buffer? 37
3.2. Wat is het zelfbeeld eigenlijk? 37
3.3. Het globale en specifieke zelfbeeld 39
3.4. Het ideale en werkelijke zelfbeeld 40
3.5. Het impliciete en expliciete zelfbeeld 40
3.6. Stabiliteit 41
DEEL II
BEDREIGINGEN VAN HET ZELFBEELD
4. Het gezin: broedplaats of broeinest? 45
4.1. Inleiding 45
4.2. Hoe komt het zelfbeeld tot stand? 45
4.3. De opvoedingsstijl 46
4.4. De opvoedingsstijlen nader toegelicht 47
4.5. De opvoedingsstijl en het zelfbeeld 48
4.6. Opvoedingsstijl en problemen 49
4.7. De rol van het zelfbeeld 49
4.8. Overige negatieve gezinskenmerken 50
4.9. Opvoeden en cultuur 51
4.10 Niet alleen de opvoeding 52
5. Sociale ongelijkheid en het zelfbeeld 55
5.1. Inleiding 55
5.2. Verschillende gradaties in SES 55
5.3. SES en opvoeden 57
5.4. Het zelfbeeld en de SES 58
5.5. Gedragsproblemen 59
5.6. Het zelfbeeld als mediërende factor 60
6. Het gif van kindermishandeling 61
6.1. Inleiding 61
6.2. Vormen van kindermishandeling 61
6.3. Omvang 62
6.4. Gevolgen van kindermishandeling 63
6.5. Kindermishandeling en het zelfbeeld 65
6.6. Globaal versus specifiek zelfbeeld 66
7. De last van afwijzing 69
7.1. Inleiding 69
7.2. De fundamentele behoefte aan contact en waardering 69
7.3. Afwijzing 70
7.4. Peer-stress 91
7.5. Het zelfbeeld als barometer 72
7.6. Waardering binnen de groep 72
7.7. Wisselwerking 73
8. De uiterlijke verschijning 75
8.1. Inleiding 75
8.2. De impact van een mooi uiterlijk 75
8.3. Onvrede met de eigen verschijning 76
8.4. Wanneer is iemand te dik? 76
8.5. Wat zeggen de cijfers? 77
8.6. Oorzaken 78
8.7. Fysieke en sociale gevolgen 79
8.8. Te dik en een negatief zelfbeeld 80
8.9. Hoe nu verder? 81
9. Sociale media: gevaar of uitdaging? 83
9.1. Inleiding 83
9.2. Gebruik van sociale media 83
9.3. Functies van sociale media 85
9.4. De invloed van de sociale media op het welzijn 85
9.5. De relatie tussen sociale media en zelfbeeld 86
9.6. Het verschil in mediagebruik tussen jeugdigen met een
hoog en laag zelfbeeld 88
9.7. Onderliggende mechanismen 88
9.8. Sociale media, eenzaamheid en narcisme 90
DEEL III
OMGAAN MET BEDREIGINGEN
10. Het cruciale concept coping 95
10.1. Inleiding 95
10.2. De theorie van het inschattingsproces 95
10.3. Copingstrategieën 97
10.4. Veelvoorkomende copingstrategieën 98
10.5. Gevolgen van inadequate copingstijlen 99
11. Coping en het zelfbeeld 101
11.1. Inleiding 101
11.2. Opvoeding en coping 101
11.3. De relatie tussen coping en zelfbeeld 102
11.4. Wisselwerking tussen zelfbeeld en copingstrategieën 103
11.5. Bedreigingen van het zelfbeeld, coping en gedragsproblemen 103
12. Het sociale netwerk 107
12.1. Inleiding 107
12.2. Wat is een sociaal netwerk? 107
12.3. Sociale steun (social support) 108
12.4. Sociale steun en zelfbeeld 110
12.5. Sociale steun en problemen 111
12.6. De functie van sociale steun 112
DEEL IV
DE GEVOLGEN VAN EEN NEGATIEF ZELFBEELD
13. Zelfbeeld en suïcide 117
13.1. Inleiding 117
13.2. Prevalentie van suïcidaal gedrag 117
13.3. Het risico op suïcidaal gedrag 118
13.4. Zelfbeeld en suïcidaal gedrag 119
13.5. Verschillende facetten van het zelfbeeld 120
14. Depressie en zelfbeeld 123
14.1. Inleiding 123
14.2. Omschrijving depressie 123
14.3. Prevalentie van depressie 124
14.4. Samenhang met andere problemen 124
14.5. De aard van de samenhang tussen zelfbeeld en depressie 126
14.6. Factoren die de wisselwerking beïnvloeden 127
14.7. Facetten van het zelfbeeld in relatie tot depressie 128
15. Zelfbeeld en sociale angst 129
15.1. Inleiding 129
15.2. Prevalentie 129
15.3. Samenhang met andere problemen 130
15.4. Sociale angst en zelfbeeld 131
15.5. Sociale angst, laag zelfbeeld en depressie 133
16. Zelfbeeld en agressie 135
16.1. Inleiding 135
16.2. Agressie 135
16.3. Prevalentie 136
16.4. Laag zelfbeeld en agressie 137
16.5. Hoog zelfbeeld en agressie 138
16.6. Oorzaak of gevolg? 139
16.7. Het zelfbeeld als veroorzaker en bemiddelaar 140
DEEL V
DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING
17. Hoe het zelfbeeld te bepalen? 143
17.1. Inleiding 143
17.2. Veelgebruikte zelfbeeldschalen 144
17.2.1. Unidimensionele meetinstrumenten 144
17.2.2. Multidimensionele meetinstrumenten 145
17.3. Zelfbeeldschalen in Nederland 146
17.4. Discussiepunten 147
17.5. Metingen van het impliciete zelfbeeld 148
17.6. Welke zelfbeeldschaal is de beste? 149
18. Behandeling van het zelfbeeld 151
18.1. Indirecte behandeling van het zelfbeeld 151
18.2. Behandelingsmodellen 151
18.3. Directe behandeling van het zelfbeeld 153
18.4. Concrete uitwerking 154
18.5. Competitive Memory Training (COMET) 156
18.6. Preventie van een chronisch laag zelfbeeld 157
18.7. Mindfulness 158
18.8. Complimenten geven 159
18.9. Hoe krik ik mijn zelfbeeld op? 160
Tot slot 161
Trefwoordenregister 165
Geraadpleegde literatuur 167
Ik heb een vraag over het boek: ‘Het positieve zelfbeeld als sociaal vaccin - Ploeg, Jan van der’.
Vul het onderstaande formulier in.
We zullen zo spoedig mogelijk antwoorden.