Gezinshuisouders bieden een thuis aan kinderen die om uiteenlopende redenen niet bij hun eigen ouders kunnen wonen. De gezinshuisouders werken vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week in hun eigen thuissituatie met deze kinderen, die deel gaan uitmaken van het gezinssysteem. In Nederland zijn er momenteel ongeveer duizend gezinshuizen waar zo’n vierduizend kinderen een thuis vinden. Naast het runnen van het gezin, onderhouden gezinshuisouders contacten met hulpverleners, instanties, ouders en voogden. Gezinshuisouders zijn opgeleid als jeugdhulpprofessional en werken samen met gemeenten, zorgaanbieders en bijvoorbeeld een franchiseorganisatie. In deze handreiking wordt ingegaan op de sociaalpedagogische context die in gezinshuizen wordt geboden om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling. Aan de hand van gesprekken die met kinderen en gezinshuisouders zijn gevoerd, geven de auteurs een beeld van het dagelijks leven in gezinshuizen. De inhoud van 'Hoop een thuis geven' geeft niet alleen inzicht in en informatie over gezinshuizen in Nederland, maar biedt ook inhoudelijke kaders voor reflectie op de dilemma’s en uitdagingen in de dagelijkse praktijk in en rond gezinshuizen. 1. Gezinshuizen: een bijzondere vorm van jeugdhulp 9 2. Kwaliteitscriteria en toezicht 17 3. De organisatorische context van gezinshuizen 33 4. De relationele context van gezinshuizen 39 5. Leefklimaat in gezinshuizen 55 6. Kinderen in gezinshuizen 65 7. De pedagogische basis 77 8. It takes a team to tango: samenwerken met gezinshuizen 87 9. Ontwikkelingen in de gezinshuiszorg. Varianten op ‘zo thuis als mogelijk’ 99 10. Slotbeschouwing 111 Auteurs 121 Bronnen 123