Het boek vertelt het verhaal van Hendrik de Scharpretter, een Nederlandse beul die in 1672 voor een onmogelijke keuze wordt geplaatst. Deze confrontatie met zijn geweten dwingt hem tot vlucht naar Haarlem, waar hij een nieuwe roeping ontdekt: mensen helpen hun innerlijk kompas te vinden. Samen met zijn zoon Pieter en wijze gidsen als Abraham (joodse koopman), Van der Heuvel (protestantse predikant) en Pater Anselmus (katholieke monnik) ontwikkelt Hendrik een universele methode om gewetenskwesties te navigeren. Hun leer - gebaseerd op drie eenvoudige vragen - verspreidt zich razendsnel door Nederland, Duitsland en Frankrijk. Maar succes brengt gevaar. Machthebbers zien hun filosofie als bedreiging voor autoriteit. Franse diplomaten beschuldigen hen van spionage, Duitse vorsten verbieden hun bijeenkomsten, en uiteindelijk confronteert Stadhouder Willem III hen met de gevolgen van wat hij noemt "een opstand van het geweten." Het verhaal toont hoe authentiek leven altijd een prijs heeft, maar ook hoe de kracht van waarheid zich verspreidt van persoon tot persoon. Een tijdloze zoektocht naar moed om te leven volgens je diepste overtuigingen, ondanks externe druk en verwachtingen.