Koen verhuist van de grote stad Amsterdam naar Brunssum in Limburg. Ze hebben de opdracht van een oud kasteel een pretpark te maken. Als zijn vader door een bizar ongeval bijna om het leven komt gaat hij met een vriend van school op onderzoek uit. 1. Huidige tijd: Koen (16) verhuist met pa, ma en zus naar Brunssum. Ze hebben het oude kasteel Op gen Hoes in beheer gekregen van zijn vaders firma, waar een hotel/ pretpark van gemaakt moet worden. Koen heeft het absoluut niet naar zijn zin in Brunssum en kan maar moeilijk wennen na een leven in Amsterdam. Vrienden maken lukt ook al niet, behalve eentje: Erik (16) die bij hem in de klas op het Rombouts college zit. Van begin af aan heeft de familie met tegenslagen te kampen en samen met Erik gaat Koen op onderzoek uit naar het verleden van Op gen Hoes en de verbinding met het klooster in Merkelbeek, als Koens vader door een bizar ongeval bijna om het leven komt. 2. Verleden tijd Jakob is een eenvoudige boeren jongen met een baantje op kasteel op gen hoes. Door een pater in klooster merkelbeek wordt hij, uitzonderingshalve, onderwezen. Als er steeds weer zaken verdwijnen op het kasteel gaat hij op onderzoek uit maar na het betrappen van de dader worden hij en zijn vader hiervoor aangezien.