De schadeafhandeling van beroepsziekten is al jaren onderwerp van juridisch debat. Een van de oplossingen voor de beroepsziekteproblematiek wordt gevonden in compensatieregelingen voor beroepsziekten. In Nederland schieten deze regelingen de afgelopen jaren als ‘paddenstoelen’ uit de grond. Zij worden in het leven geroepen door de overheid of de (voormalig) werkgever. Benadeelden kunnen op grond van deze regelingen een uitkering krijgen. Het idee is dat hiermee een belastende procedure en een gang naar de rechter wordt voorkomen. Niet eerder is onderzocht hoe compensatieregelingen voor beroepsziekten zich verhouden tot het huidige systeem van het aansprakelijkheidsrecht. Daarnaast is niet eerder vanuit een sociaal psychologisch perspectief onderzocht hoe deze regelingen worden ervaren door benadeelden. Dit onderzoek voorziet in deze leemte. Het onderzoekt de rechtspositie van de benadeelde partij in een compensatieregeling vanuit een juridisch-dogmatisch perspectief. Ook wordt de ervaren rechtvaardigheid van benadeelden vanuit een empirisch perspectief onderzocht. Hiervoor zijn 58 diepte-interviews gehouden met benadeelden en is een vragenlijstonderzoek afgenomen. Verder worden belangrijke aanbevelingen gedaan voor een oplossing van de huidige beroepsziekteproblematiek. 1 Inleiding; 2 Werkgeversaansprakelijkheid; 3 De aanvullende route op het aansprakelijkheidsrecht; 4 De verhouding van compensatieregelingen tot het aansprakelijkheidsrecht; 5 Reactions to No-Fault Compensation Schemes for Occupational Diseases in the Netherlands; 6 No-Fault Compensation for Exposure to Chromium-6 in the Netherlands; 7 Slotbeschouwing