Het concept wilsonbekwaamheid staat volop in de belangstelling. Wilsonbekwaamheid, hoewel niet als zodanig in de wet neergelegd, is van groeiende betekenis geworden. Van wilsonbekwaamheid kan, kort gezegd, worden gesproken als iemand informatie niet kan begrijpen en afwegen; niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn; en/of geen besluit kan nemen. Wilsonbekwaamheid geldt voor één situatie. Bij elke volgende situatie moet de arts of een andere deskundige opnieuw beoordelen of de betrokken persoon wel of niet een weloverwogen beslissing kan nemen. Wilsonbekwaamheid speelt niet alleen in het recht, maar is ook van grote betekenis voor onder meer de gezondheidszorg, de psychologie en de psychiatrie, waarbij een multidisciplinaire aanpak een duidelijke toegevoegde waarde heeft. Wilsonbekwaamheid en de onderliggende geestesstoornissen zijn nauw met elkaar verweven. Een geestesstoornis kan leiden tot wilsonbekwaamheid. Als de geestesstoornis meer structureel van aard is, kan de rechter een beschermingsmaatregel opleggen (curatele, bewind of mentorschap of een combinatie daarvan). In dit boek schetst de auteur een beeld van het concept van wilsonbekwaamheid toegespitst op de positie van de kwetsbare meerderjarige persoon op die terreinen, waar de wilsonbekwaamheid belangrijke maatschappelijke en juridische vragen oproept. Gedacht kan worden aan de voortschrijdende vergrijzing en het toenemend aantal demente ouderen, de aandacht voor de wils(on)bekwame patiënt in de gezondheidszorg, het euthanasievraagstuk, het maken van testamenten en levenstestamenten en meer in het algemeen aan de focus op de meerderjarige kwetsbare persoon. Deze tweede druk is met name uitgebreid met gezondheidsrechtelijke aspecten, zoals aandacht voor informed consent en shared decisionmaking in de geneeskundige behandelingsovereenkomst, voor de dwangzorg, de levensbeëindiging op verzoek en de rol die wils(on)bekwaamheid daarbij vervult. Ook is het geheel geactualiseerd. 1 Inleiding; 1.1 Wilsonbekwaamheid: nadere omschrijving en vraagpunten; 1.2 Feitelijke onbekwaamheid en wilsonbekwaamheid; 1.3 Wilsonbekwaamheid en handelingsonbekwaamheid; 1.4 Het toenemend belang van wils(on)bekwaamheid; 1.5 Plan van aanpak; 2. Feitelijke onbekwaamheid en wilsonbekwaamheid: artikel 3:34 BW; 2.1 Inleiding; 2.2 Stelplicht en bewijslast in het geval van een geestesstoornis; 2.3 Gerechtvaardigd vertrouwen; 2.4 Rechtsgevolgen van een geslaagd beroep op een geestesstoornis ingevolge artikel 3:34 BW; 2.5 Verjaring; 2.6 Ontslagkwesties; 3. Wilsonbekwaamheid gerelateerd aan bepaalde onderwerpen; 3.1 Inleiding; 3.2 Curatele; 3.3 Meerderjarigenbewind; 3.4 Mentorschap; 3.5 Procesbevoegdheid van de kwetsbare meerderjarige persoon en zijn vertegenwoordiger; 3.6 Huwelijk; 3.7 Onbehoorlijke beïnvloeding van wilsonbekwame meerderjarige personen; 3.8 Wilsonbekwaamheid en uiterste wilsbeschikking / testament; 3.9 Levenstestament; 3.10 Wilsonbekwaamheid in afdeling 7.7.5 BW inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst; 3.11 Wilsonbekwaamheid in de dwangzorg: Wvggz, Wzd; 3.12 Levensbeëindiging op verzoek: WTL, euthanasie en wils(on)bekwaamheid; 4 Wilsonbekwaamheid in mensenrechtelijk perspectief; 4.1 Inleiding; 4.2 Het VN-Gehandicaptenverdrag; 4.3 Artikel 6 EVRM (recht op een eerlijk proces); 4.4 Artikel 8 EVRM (recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven); 4.5 Vergelijking artikelen 6 en 8 EVRM met de Nederlandse beschermingsregels curatele, bewind en mentorschap (cbm); 4.6 Artikel 8 EVRM en het toestemmingsvereiste voor medisch handelen; 4.7 Dwangzorg (Wvggz en Wzd) en mensenrechtelijke beginselen; 5 Epiloog