Tabitha heeft altijd gedroomd van haar trouwdag. Maar dit was niet hoe ze het zich voorstelde. Niet met de man die haar heeft verraden tegenover zich bij het altaar. Als echter de voogdij over haar neefje – het zoontje van haar overleden zus – op het spel staat, doet ze alles wat nodig is om hem in Rose Hill te houden. Zelfs trouwen met haar aartsvijand: Rhys Dupris. Deze man is geheimzinnig, ongenaakbaar en volstrekt gekmakend. Voor zijn werk is hij vaak weken achteraan weg en daarna terugkomt met vreemde blauwe plekken – waar hij niet over wil praten. Praten doen ze überhaupt nauwelijks. Wat prima zou zijn, ware het niet dat hij in plaats van praten naar Tabby staart op een manier die... bijna onfatsoenlijk is. De spanning tussen hen is altijd voelbaar geweest. Maar onder één dak wonen maakt de verleiding wel heel gevaarlijk. Ze heeft gezworen dat ze hem nooit zou vergeven. Dat was echter voordat ze de man achter het masker leerde kennen. De beschermende en standvastige man. De vriendelijke en geduldige. Degene die er voor haar is wanneer ze hem het hardst nodig heeft. Hij blijkt helemaal niet wie ze dacht dat hij was. En dat maakt het zoveel moeilijker om haar man te haten... en net iets te makkelijk om van hem te gaan houden.