1: V.O.C. De Verenigde Oostindische Compagnie

Nederland en Het Verre Oosten

Omschrijving

Dit is het eerste deel in de serie “Nederland en Het Verre Oosten”. Voor dit deeltje koos ik de titel “De Verenigde Oost-Indische Compagnie”, omdat de ontwikkeling van de Nederlanden en het ontstaan van de V.O.C. sterk met elkaar zijn verweven. In dit boekje beschrijf ik welke machtsverhoudingen van invloed waren op de ontwikkeling van de Nederlanden en de rol van de V.O.C. daarbij. Iedereen wilde het grote geld uit de Nieuwe Werelden naar zich toe te halen. De tachtigjarige oorlog werd door Spanje goeddeels gefinancierd uit de opbrengsten uit zijn koloniën. Koloniën werden simpelweg geclaimd. Daar waren zelfs protocollen voor ontwikkeld. Dat daar allerhande geopolitieke spanningen uit konden voortkomen, lag voor de hand. De eerste geopolitiek verdeling van invloedssferen op wereldschaal behandel ik uitgebreid omdat ook de V.O.C. daarmee rekening had te houden: Paus Alexander VI trof in 1494 een verdeling van invloedssferen om de militaire machten van die tijd, Portugal en Spanje, in het gareel te houden. De verhouding tussen de V.O.C. en de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën was complex en vaak volkomen ondoorzichtig. Dat probeer ik te ontwarren met Johan van Oldebarneveldt als één van de hoofdrolspelers. Dit thema van complexiteit en verkleving loopt als een rode draad door dit boekje. De V.O.C. boekte grote winsten, die voornamelijk de elite ten goede kwamen. Het werd een holding-company met werkmaatschappijen die goed dividend uitkeerden aan de elite. De aandeelhouders parkeerden hun kapitaal veelal in Londen. Wonderlijk genoeg kwamen de schulden, die de V.O.C. maakte, terecht bij de nationale staatskas. De staatsschuld steeg enorm. De grote schulden leidden ertoe dat rond 1750 het faillissement van de V.O.C. onafwendbaar was. Hoe het kon dat ruimhartig dividend werd uitgekeerd en de schulden niet werden aflost door de V.O.C., zou vandaag de dag een parlementaire enquêtecommissie rechtvaardigen. Uiteindelijk werden de schulden over vele jaren afgelost uit de indirecte belastingopbrengsten. Ook dat is naar huidige begrippen onaanvaardbaar. En toen eigenlijk net zo moreel verwerpelijk. Wie heeft er aan de touwtjes getrokken? Het komt allemaal voorbij. Gerard Strijards Paus Alexander VI Borja (1431-1503) trok in 1494 bij een demarcatielijn over de toenmaals bekende aardkloot. Hij deelde de wereld in twee geopolitieke invloedssferen. Die werden toegedeeld aan de katholieke koningen van Portugal en Castilië. Hij trok een meridiaan op 480 kilometer van de Archipel Kaapverdië. Alles ten westen van die lijn werd toe gescheiden aan Castilië. De oostelijke rest aan Portugal. De monarchen kregen tot opdracht deze concessies te bezigen voor de voortplanting van het rooms-katholieke geloof. Omdat Christus had bevolen dat zijn gelovigen moesten gaan en onderwijzen aan alle andere volkeren. Borja liet de uitwerking van de tweedeling aan de monarchen over. Hij concessioneerde gewoon de aarde. Ongeveer zoals de geallieerden dat ook deden bij de conferentie van Potsdam in 1945. Borja deed dat op basis van het feit dat hij Christus verving. De koningen waren zijn aannemers. Dat gebeurde bij de uitvoeringsovereenkomst van Tordesillas op 7 juni 1494. Daarbij werd de meridiaan westelijker verlegd op 1770 kilometer. Borja bleef Spanjaard. Hij gunde de Castiliaanse koning een gunstiger areaal, met grondgebieden die commercieel aantrekkelijker schenen. De nadere omschrijving van beide arealen zou geschieden bij cartografische uitvoeringsarrangementen. De koningen mochten hun rechtsmacht dóórconcessioneren. Portugal deed dat. Aan het nog katholieke Engeland. Spanje behield zich nog alle rechten voor. Nadat de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën erkend was in 1609, viel zij buiten iedere jurisdictieaanspraak in het Tordesillasstelsel. Ze bleek een protestantse natie. Die kon aan een katholiek verdrag geen rechten ontlenen. De premier van die Republiek, Johan van Oldenbarneveldt, erkende dat. Hij wilde zich voorlopig aan het volkerenrecht houden. Zijn Republiek was nog te zwak om dat niet te doen. Hij richtte daarom een vennootschap op. De V.O.C. Die was niet aan dat recht gebonden. Ze kreeg ten doel ook koloniaal debiet te verwerven, met respect voor het Tordesillasstelsel. Johan beval haar nieuwe vaarroutes te cartograferen, te claimen en nieuwe maritieme steunpunten te vestigen. Vermijding van een nieuwe oorlog met de katholieke koningen was daarbij parool. De vennootschap kón oorlog aangaan. Maar niet namens de Republiek. Over deze heimelijke geopolitiek gaat dit boek. De V.O.C. was er voor de elite. Niet voor Henk en Ingrid. Maar die mochten wel spaargeld storten. Ze werden dus bedrogen. De V.O.C. maakte enorme schulden. Die werden via hoge accijnzen wél verrekend ten koste van Henk en Ingrid. De vennootschap boekte winsten. Die kwamen voornamelijk de elite ten goede. Maar ook de mindere klassen. Zij kregen pas op langere termijn uitbetaald. Dat bleek onvoordelig. Ze deden afstand van hun toonderaandelen. Die terugvloeiden naar de elite. De V.O.C. werd een holdingcompany met werkmaatschappijen. Schulden werden afgeboekt op de nationale boekhouding. Via de Staten-Generaal werden obligaties uitgegeven. De schulden werden niet tijdig en regelmatig voldaan. De aandeelhouders inden hun dividenden. Maar waren niet aanspreekbaar. De staatsschuld steeg enorm. De dividendtrekkers zetten hun tegoeden uit in Londen. Na 1750 was duidelijk dat de V.O.C. afkoerste op een faillissement. Terwijl nog steeds grote winsten werden gemaakt. De elite zorgde ervoor dat dit faillissement zou worden afgewenteld op de ingezetenen van de Republiek via indirecte belastingen. Accijnzen op de bestanddelen van het volksvoedsel: granen, zuivel, lijnoliën, tranen van walvissen en andere zeedieren, aardappelen en slachtprodukten zoals reuzel, vetten, oren en kloeven. Vanaf 1750 was duidelijk dat de Henk en Ingrid het gelag zouden gaan betalen. De elite stuurde aan op een kredietcrisis. Die ontplofte in het gezicht van de gloednieuwe Bataafse Republiek van 1795. Met Henk en Ingrid als dragers van de lange termijnschulden. Zeker tot aan 1880 zouden ze de klos zijn.
€ 25,00
Paperback
 
Gratis verzending vanaf
€ 19,95 binnen Nederland
Schrijver
Strijards, Gerard
Titel
1: V.O.C. De Verenigde Oostindische Compagnie
Uitgever
ProBook B.V.
Jaar
2022
Taal
Nederlands
Pagina's
280
Gewicht
558 gr
EAN
9789493303157
Afmetingen
242 x 162 x 20 mm
Bindwijze
Paperback

U ontvangt bij ons altijd de laatste druk!


Rubrieken

Boekstra