Jeroen Blokhuis laat in deze debuutroman Vincent van Gogh zelf aan het woord. In het Arles van 1888-1889. Een authentieke stem. En geschreven in een weergaloze stijl. Feit of fictie? Fictie natuurlijk. Maar fictie om een grotere waarheid te vertellen. Niet de schilder Van Gogh als onaantastbaar icoon, maar als een mens van vlees en bloed. Kon Vincent vrienden maken? Wie vertrouwde hij? Wat dacht hij van de wereld? Wilde hij ook niet gewoon dezelfde dingen die andere mensen willen: liefde en aandacht, misschien zelfs een normaal bestaan? 'Maar toch, kennen we Vincent van Gogh echt? De triviale Vincent?
Blokhuis meent van wel en brengt hem in Place Lamartine tot leven. Hij beschrijft een Vincent die net zo doordrenkt is met kleur en alcohol als het nog natte doek van een pas geschilderd schilderij met olie.'
10-02-2016
Martin Lok
Literair Nederland