In de korte roman Fone kvas (Jiddisj voor 'De dwaas') volgen we ingenieur Rafaïl Lvovitsj Belokrinitski die in 1937, op het hoogtepunt van de Stalinterreur, wordt opgepakt en naar de gevangenis wordt afgevoerd. Hij gaat uit van een misverstand en verwacht dat zijn onschuld snel duidelijk zal worden. Als dat niet het geval blijkt, bedenkt hij een list om aan de ergste martelingen en het grote geweld te ontsnappen. Hij bekent een ingewikkelde sabotageactie waarvan later zal blijken, zo hoopt hij, dat ze technisch onmogelijk en dus verzonnen is. Alleen: wat zullen zijn ondervragers denken en doen? Wat vermag de fantasie tegen de ontspoorde logica van de Stalinterreur?
Uit het Russisch vertaald door Froukje Slofstra.