Toen wij jong waren en roekeloosen onze eigen wetten toepasten zonder te wachtenop groene lichten want rood was dooden wie geraakt was moest verdwalen. Wie was nieteigen rechter, wie kreeg niet het hovaardigegevoel dat alles in de wereld naar je eigenlentelicht verwees en wat dat dan was?In de gedichten van In de bijvoetbossen verbindt Tomas Lieske herinneringen aan zijn kindertijd met het leven van Charlotte de Bourbon. Die Haagse kindertijd speelde zich af op het gebombardeerde ‘Sjalotte Bonbonplein’. De derde echtgenote van Willem van Oranje klinkt steeds luider tussen de ruïnes en het puin, waar de bijvoet volop groeit.