Gelovigen overspoelen het doorgaans doodkalme Vlaamse stadje Vuchelt, voor de Hadewijchprocessie. Er hangt een ramp in de lucht, de vraag is welke vorm die gaat aannemen. In ‘Messias van niks’ van Michiel Cox hangt een ramp in de lucht, en de vraag is welke vorm die gaat aannemen. In Vuchelt vindt eens in de drie jaar een Hadewijchprocessie plaats. Gelovigen en toeristen van over de hele wereld overspoelen het doorgaans doodkalme Vlaamse stadje. Een halfjaar voor de processie verschijnt een nieuwkomer, Odetta, die de rust verstoort met haar opvallende gedrag en ongewone verhalen. Ze raakt in de ban van Hadewijch en geeft de verering een nieuwe, extreme impuls. Volgelingen van Odetta komen tegenover ongelovigen te staan, Hadewijchs woorden worden gescandeerd en wonderen voltrekken zich. Als Odetta geheel onverwacht en nota bene enkele dagen voor de processie overlijdt is het hek van de dam. Door de ogen van een impotente jongeman, een verkoopster van wierook, een journaliste en een ongelovige priester zien we hoe de bevolking in rep en roer raakt. ‘Cox is nog jong, maar schrijft als iemand die al een heel oeuvre achter zich heeft: to the point, zonder quasi-literaire opsmuk of pretentie en nog subtiel geestig bovendien.’ – Ivo Weyel, Esquire
Esquire
‘Michiel Cox blijkt steeds in staat om zijn roman, ondanks de veelheid aan zotternij, literair geloofwaardig te houden.’ – André Keikes, Tzum
Tzum.nl
Messias van Niks is een vrolijke roman over de onhandige pogingen van mensen om – ieder op hun eigen manier – gelukkig te worden (…) dit verhaal [toont] dat we van Cox nog wel meer zullen gaan horen.’ – Sonja de Jong, Holland Media Combinatie
Holland Media Combinatie
‘Eén citaat van een van de vertellers, meneer pastoor: ‘Eerlijk gezegd geloof ik niet dat God ogen heeft, laat staan oren.’ Jammer voor God, dan kan hij dit boek niet beluisteren.’ – Hugo Blom, De Volkskrant
De Volkskrant
‘Cox analyseert sterk hoe persoonlijk ongenoegen kan omslaan in algemeen onbehagen, en hoe klein de stap kan zijn van een geschiedenis die welwillend wordt opgerekt naar totale geschiedvervalsing.’ – Matthijs de Ridder, De Standaard
De Standaard