Gijs Wilbrink groeide op in de Achterhoek – dat dacht hij althans, tot iemand hem er fijntjes op wijst dat de plek waar zijn ouderlijk huis staat bij de Liemers hoort. Wat is dit nu, denkt hij, moet ik mijn afkomst heroverwegen? Wie ben ik eigenlijk?
Wilbrink neemt zich één ding voor tijdens zijn lange wandeltocht langs de Oude IJssel, de rivier die in deze kwestie als gewraakte regiogrens optreedt: hij wil vlak langs het water blijven lopen. Maar op zijn weg vindt hij, naast muskusratten, rietzangers en prachtmooie ijsvogels, ook talloze hindernissen. Prikkeldraad, bordjes, verboden en geboden scheiden het ene eigendom van het andere.
Waar komt toch dat verlangen naar afbakening vandaan, waarom zet iedereen zo graag een hek rond zijn tuin? Wilbrink bevraagt deze voorliefde voor het stellen van grenzen en staat stil bij zijn eigen persoonlijke en lichamelijke grenzen. Strangwater is een even geestige als gelaagde verkenning van de eeuwige drang om paaltjes te slaan.