'Wie ben je?''Een man,' antwoordde ik. 'Zoals ik me die herinner.'Met deze woorden begint het titelverhaal vanCicerone, een van de dertien stukken in dezeverhalenbundel van Atte Jongstra. Je zou de verhalenin Cicerone realistisch kunnen noemen. De nadruk ligtop de werkelijkheid, zij het de werkelijkheid van hetgeheugen. Veel van de personages in Cicerone voerende lezer door hun herinneringen, een bonte wereldvan eigen indrukken en gedachten, maar ook doorherinneringen aan de gedachten van anderen. Vaakzijn die nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden.De verhalen in Cicerone ontstaan terwijl ze verteld worden.De uiteenlopende vertellers - een eenzame encyclopedist,een plattelandspostbode, een etnograaf,een handschoenenliefhebber, een belaagde geadresseerde,een verstrooide visser en een hartstochtelijkluisteraar - zijn ervan overtuigd dat hun verhaal opz'n minst één waarschijnlijke versie van de realiteitbelichaamt.Cicerone sluit in thematiek aan op Jongstra's romanGroente, die eveneens bestond uit memoires. Het is eentweede stap in wat lijkt uit te groeien tot een meeslependeprozacyclus, waarin de schrijver zich ontpoptals een kleurrijke en welsprekende geheugenkunstenaar.Atte Jongstra (Terwispel, 1956) publiceerde eerder destudie De multatulianen en de romans De psychologie vande zwavel (1989, bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijsen genomineerd voor de ako Literatuurprijs)en Groente (1991).