Het komt steeds vaker voor dat burgers initiatieven ontplooien om hun directe leefomgeving te verbeteren. Bij het opzetten en uitvoeren van deze initiatieven komen initiatiefnemers bijna altijd in aanraking met de overheid. Vaak zijn overheden enthousiast over de plannen die initiatiefnemers hen presenteren, maar toch blijkt het voor zowel de overheid als initiatiefnemers verre van eenvoudig om het initiatief van de grond te krijgen. Een veelgehoord knelpunt is dat ‘de wet’ initiatiefnemers en overheden in de weg staat. In haar proefschrift richt Esmée Driessen zich op een aantal rechtsgebieden die volgens initiatiefnemers en overheden beperkend werken. Hierbij onderzoekt zij wat het betreffende knelpunt inhoudt, hoe de wet aan dit knelpunt tegemoet komt en of deze juridische oplossing ook een oplossing is in de realiteit van burgerinitiatieven en de hen faciliterende overheden. Vervolgens onderzoekt en formuleert zij aanbevelingen die overheden en initiatiefnemers verder kunnen helpen. Mr. Esmée Driessen is staats- en bestuursrechtjurist en gespecialiseerd in burgerparticipatie. Zij deed promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden naar de facilitering en ondersteuning van burgerinitiatieven met een speciale focus op het uitdaagrecht/Right to Challenge. Esmée is als docent en onderzoeker verbonden aan de Thorbeckeleerstoel en werkzaam (geweest) bij onder andere de Universiteit Leiden, Afdeling advisering van de Raad van State en de Raad voor het openbaar bestuur. 1 Inleiding; 2 Burgerinitiatieven en burgerparticipatie; 3 Burgerinitiatieven en aansprakelijkheid(skwesties); 4 Publieke financiering van burgerinitiatieven; 5 Het spanningsveld tussen burgerinitiatieven en het aanbestedingsrecht: ruimte voor stimulering?; 6 Burgerinitiatieven in de zorg en populatiebekostiging; a match made in heaven?; 7 De verkrijging van vastgoed door burgerinitiatieven; 8 Burgerinitiatieven en het rechtspersonenrecht; 9 Slotbeschouwing; 10 Toegift: suggesties voor dienstbaarheid in de praktijk