Snijden & stikken

het verhaal van kleermaker Boeng

Omschrijving

In dat bos heb ik tot 1965 gewoond. Hoe kon ik weten dat we ooit de barakken moesten verlaten om tussen de Hollanders te wonen? Dat bij ons verzet pantserwagens en mobiele eenheden zouden worden ingezet? Binnen enkele maanden werden Ambonese wijken uit de grond gestampt. Ik kon kiezen waar ik wilde wonen. Do, haar moeder en ik kozen voor het Westen, het werd deze Bomenwijk. Een buurt die op alle andere woonoorden leek, waar ook in Nederland: een rechthoekig patroon van rijen eengezinswoningen, afgewisseld met een grasveld, een in alle jaargetijden onverwoestbaar groen, en altijd op één van de hoeken van de wijk De Molukse Kerk met zo'n laag aflopend puntdak.Yvon Muskita toont in Snijden & stikken haar lezers de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland via de ogen van kleermaker Boeng. Die behoort tot de oude garde en kijkt eigenzinnig, met gevoelens die hij nooit zal uitspreken, tegen de jongere garde aan. Hij hoort veel van de mensen om hem heen en vormt zo de centrale verteller van het verhaal: soms tragikomisch, dan weer ontroerend. Enkele personages, zoals de mooie Hanu en niet te vergeten de aquariumhouder oom Sem, krijgen bijna mythische proporties, terwijl intussen de heimelijke, machteloze en onmogelijke liefde van kleermaker Boeng voor het bokkige meisje Myra aangrijpend wordt uitgetekend. Het boek is met zijn levendigheid bij vlagen episch en lyrisch en blijft de lezer voortdurend boeien.Yvon Musikita (Venray, 1958) schaart zich met haar debuutroman in de rij van belangrijke naoorlogse Indo- en Molukse schrijvers als Alfred Birney, Marion Bloem, Theodor Holman, Ernst Jansz en Frans Lopulalan. 'Snijden & Stikken', de debuutroman van Yvon Muskita (Venray, 1958), is een kleine sociale geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland. "Pas toen de jongeren een vuist maakten leerden de meeste Nederlanders de Molukker kennen, helaas alleen als treinkaper." Yvon Muskita legt uit waarom ze in haar eerste boek vooral de verhalen vertelt van de Molukse mannen en vrouwen die in de jaren vijftig van de vorige eeuw vanuit Indonesië naar Nederland werden gehaald en die werd voorgehouden dat het maar voor even zou zijn. Molukkers die zwegen en zich op de achtergrond hielden en die daardoor niet werden gehoord. "Ik wil niet dat ze vergeten worden." Centrale figuur in haar roman is de oude kleermaker Boeng, zoon van een Ambonese sergeant die diende in het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL). Samen met twaalfduizend andere Molukkers komt hij begin jaren vijftig naar Nederland, want door hun KNIL-activiteiten willen de Indonesiërs hen kwijt. Hij wordt eerst ondergebracht in een kamp en na een aantal jaren in een nieuwbouwwijk. Via de op zijn sterfbed liggende Boeng, die door zijn vak natuurlijk veel mensen kent, verhaalt Muskita ook over tante Do, haar moeder Omi, haar kinderen Myra en Anis, tante Oetje en oom Empeng. Ze beschrijft hoe ze worstelen met hun nieuwe leven in een koud land, waarvan ze eerst nog hopen het snel achter zich te kunnen laten. Langzaam maar zeker komt echter de berusting, hoewel het gevoel van ontheemheid altijd blijft. Hun lichaam is in Nederland, hun geest op de Molukken. Het is dus het verhaal van de eerste generatie Molukkers in Nederland, een verhaal dat eigenlijk nog nooit is verteld. Want zoals Muskita al aangeeft, alleen de drieste acties van de jongeren hebben de aandacht getrokken en voorgoed het beeld bepaald van de Molukse gemeenschap. Acties overigens waar de gezagsgetrouwe ouderen niet achter stonden. Die ouderen zijn door hun ontheemheid vaak tragische figuren. Neem Oom Sem, die als hij eenmaal een woning in een nieuwbouwwijk heeft de voorkamer volstouwt met aquaria. Zijn vrouw en elf kinderen zijn verbannen naar de achterkamer. Sem leeft tussen zijn tropische aquaria en praat met de daarin zwemmende vissen. Muskita beschrijft hem en de anderen met liefde en mededogen. De drie staties in hun levensgeschiedenis vormen tevens de titels van de delen van het boek: De reis, De wijk en De trein. De geschiedenis van deze Molukse generatie is deels Muskita's eigen historie. Ze is geboren in het kamp Vlakwater te Venray. "Ik heb dat kamp almaar voor ogen gehad toen ik het boek schreef. Maar de mensen, verhalen, gebeurtenissen zijn een mix van verhalen die ik heb gelezen van andere kampen en die ik net als Boeng de kleermaker heb verknipt, versteld en weer aan elkaar gestikt. Bovendien heb ik er personages in verwerkt die voorkomen in traditionele Molukse volksverhalen." Acht jaar geleden is ze teruggegaan naar Vlakwater, maar ze heeft weinig teruggevonden. Wel herinnert ze zich nog dat de Venraynaren boos waren toen de kampbewoners begin jaren zestig naar een nieuwbouwwijk in het noorden van het land moesten. Als argument werd van hogerhand aangevoerd dat het vanwege het verschil in geloof voor de Molukkers beter was om niet tussen de katholieken te wonen. De Venraynaren bezwoeren toen dat ze nooit problemen hadden met de Molukkers. Het mocht niet baten. "Limburgse kampen bestaan niet meer", stelt Muskita. "Weinigen weten nog dat ze er zijn geweest en waar ze hebben gestaan. Laat staan dat ze de mensen kennen die er hebben gewoond." Daarom haalt zij ze terug in de herinnering. 23-04-2008 Adri Gorissen Limburgs Dagblad
€ 17,50
Paperback
 
In de winkelwagen Bestel vandaag,
ontvang het binnen 5 tot 8 werkdagen.
Wenslijst Stel een vraag
In de winkelwagen Vandaag voor 20:00 besteld,
vandaag verzonden.
Wenslijst Stel een vraag
Gratis verzending vanaf
€ 19,95 binnen Nederland
Schrijver
Muskita, Y.
Titel
Snijden & stikken
Uitgever
Knipscheer, Uitgeverij In de
Jaar
2008
Taal
Nederlands
Pagina's
168
Gewicht
233 gr
EAN
9789062655922
Afmetingen
200 x 125 x 15 mm
Bindwijze
Paperback

U ontvangt bij ons altijd de laatste druk!


Rubrieken

Boekstra