De zorg voor mijn echtgenote in de laatste fase van dementie
Omschrijving
‘Ken je me nog?’ is een op zichzelf staand vervolg op ‘Gooi me niet weg’, waarin Willem Brouwer beschreef hoe zijn vrouw na hun beider pensionering de eerste symptomen van dementie ging vertonen. ‘Ken je me nog?’ is een op zichzelf staand vervolg op ‘Gooi me niet weg’, waarin Willem Brouwer beschreef hoe zijn vrouw Tineke na hun beider pensionering de eerste symptomen van dementie ging vertonen.
In beide boeken wordt door de auteur een beeld geschetst van de geleidelijke overgang van een actieve echtgenote naar iemand met diepe dementie. Vooral de herinneringen aan betere tijden geven hem steun bij de begeleiding en verzorging van Tineke. Ook in dit vergevorderde stadium kiest hij ervoor om haar tot het laatst thuis te houden.
Terwijl zij steeds dieper wegzinkt in haar eigen wereld, houdt hij met liefde en geduld het contact in stand. De momenten dat ze reageert, hem herkent en zijn naam noemt, vormen de lichtpunten in zijn bestaan. Maar ook is er de angst voor de toekomst: hoe lang gaat hij dit nog volhouden, hoe lang zal het duren tot zij echt niet meer weet wie hij is? Bijzonder in ‘Ken je me nog’ is dat Brouwer probeert via innerlijke monologen te doorgronden wat er in zijn vrouw omgaat en in hoeverre zij hem nog kent. Daarnaast maakt hij inzichtelijk wat voor hen beiden de grote waarde is van het bij elkaar blijven.
Willem Brouwer (1941) en Tineke Brouwer-Zijlstra (1942-2020) studeerden beiden geneeskunde aan de RU te Groningen waar ze elkaar ook leerden kennen. Hij specialiseerde zich in obstetrie en gynaecologie aan het OLVG te Amsterdam en zij specialiseerde zich in de anesthesiologie aan de VU te Amsterdam.
Beiden waren verbonden aan een Leeuwarder ziekenhuis: hij van 1976 tot 2007, zij van 1976 tot 2002.
Na zijn pensionering als gynaecoloog was hij tot 1-4-2019 aan dit ziekenhuis verbonden als kwaliteitsfunctionaris. Samen kregen ze twee zoons en werden ze grootouders van zes kleinkinderen. Ze waren 52 jaar getrouwd. ‘Ken je me nog?’ is een op zichzelf staand vervolg op ‘Gooi me niet weg’, waarin Willem Brouwer beschreef hoe zijn vrouw Tineke na hun beider pensionering de eerste symptomen van dementie ging vertonen.
In beide boeken wordt door de auteur een beeld geschetst van de geleidelijke overgang van een actieve echtgenote naar iemand met diepe dementie. Vooral de herinneringen aan betere tijden geven hem steun bij de begeleiding en verzorging van Tineke. Ook in dit vergevorderde stadium kiest hij ervoor om haar tot het laatst thuis te houden.
Terwijl zij steeds dieper wegzinkt in haar eigen wereld, houdt hij met liefde en geduld het contact in stand. De momenten dat ze reageert, hem herkent en zijn naam noemt, vormen de lichtpunten in zijn bestaan. Maar ook is er de angst voor de toekomst: hoe lang gaat hij dit nog volhouden, hoe lang zal het duren tot zij echt niet meer weet wie hij is? Bijzonder in ‘Ken je me nog’ is dat Brouwer probeert via innerlijke monologen te doorgronden wat er in zijn vrouw omgaat en in hoeverre zij hem nog kent. Daarnaast maakt hij inzichtelijk wat voor hen beiden de grote waarde is van het bij elkaar blijven. inhoud
inleiding 9
1. De dag begint 13
2. Wat zoek je hier? 19
3. De verjaardag van haar zoon 23
4. Een herdenkingsdienst 27
5. De boekpresentatie 29
6. Het einde van een jaar 32
7. Een schaatstocht 36
8. Als een boer 41
9. Ze blijft thuis 46
10. De blender 49
11. De Spaanse reis 56
12. Contact hebben 69
13. Verdun 73
14. Geniet van het leven 76
15. Pragmatisch zijn 91
16. Ein gedi 95
17. De wereld om ons heen 98
18. De nachtzoen 102
19. Levendig en sprankelend 106
20. Hoe de dag eindigt 110
21. Rouwproces 113
22. Kent ze me nog? 116
23. Haar blik 123
24. We blijven bij elkaar 127
25. Een gelukkig echtpaar bij de kerstboom 133
26. Verdwijnen zonder afscheid 135
27. Versterven 137
28. Een droom 140
29. Ik mis haar 142
30. Ik ben er nog 144
31. Aan uzelf denken 147
32. Waar is ze gebleven? 150
33. Wintersport 154
34. Jij weet het toch, hè? 157
35. Alzheimercafé 160
36. De coronacrisis 163
37. Behaaglijk tegen meneer aan 168
38. Het naderende einde 170
39. Verhuizing 175
40. De dag waarop haar zoon is geboren 184
41. Slot 188
Dankwoord 191