Nadat we ook wat met hen vrijen ruimen we als sapiens sapiens in het ochtendrood, met overtal en trouwe hond gekeerd, de laatste restjes. Niet bewezen.
Met ons tamme paard aan de halsband als een ook olijk gezicht naast het onze maken we, wij Indo-Europeanen, vriendelijk en vrolijk kennis. En komen terug als ruiter en ridder in het strijdros om onze inheemsen een lesje van de grotere voorraadkar te leren. Mannen kelen. Vrouwen kezen. Hoe noordwestelijker: des te vollediger het eerste geldt voor alle mensen; en het tweede geen vreemdelinge meer betreft. Zo zijn we. Niet aanvaard.
Door onze geleerde goegemeente. Onafhankelijk. Onpartijdig.
Onze intelligentie tot het beste wapen misdeelt geen slachtoffer. Zij bevrijdt de dader.
Niet in zijn ongeziene daden. In zijn beschreven gedachten.
De definitie.
En al vóór onze hoogste grafheuvel in het licht bereiken wij illusiedieren bij leven onze toploft boven de wolken.
En. Zijn gelukkig.
Bij alles wat we niet meer hoeven waar te nemen.
Ik heb een vraag over het boek: ‘boek.-’n Blog, deel II, band 16 - Hombergen, René’.
Vul het onderstaande formulier in.
We zullen zo spoedig mogelijk antwoorden.