De schroom om psychiatrische hulp te zoeken is er af.
Steeds grotere groepen wenden zich tot de psychiatrie in de hoop er verlichting te vinden voor hun angsten, somberheid, verwardheid, onzekerheden, ontremmingen, drukke gedrag of hun onmacht om zich te verhouden tot anderen. Een veel kleinere groep, met aanhoudende en meervoudige problemen waaronder psychiatrische, wordt al dan niet bewust in de steek gelaten, of heeft de hoop opgegeven dat de psychiatrie nog iets voor hen kan doen.
Is er een andere psychiatrie denkbaar die zich weet te verhouden tot beide groepen, maar met voorrang kiest voor de mensen die psychiatrie het hardste nodig hebben? Die andere psychiatrie is er al!
Die psychiatrie, die Gert Schout in dit boek aanduid als gezelschappelijke psychiatrie, staat echter onder grote druk en dreigt steeds opnieuw van het toneel te verdwijnen. In een gezelschappelijke psychiatrie draait het niet om ziekte of stoornissen, maar om relationele bodemverrijking, waaruit handelingsvermogen kan ontstaan. De gedachte is dat wie van betekenis is voor anderen, steun tegemoet kan zien en minder kwetsbaar is. Het belang van interventies verschuift daarmee naar het in cocreatie tot stand brengen van weefsels van giften en wedergiften.
Mijn broeders hoeder draait om de vraag hoe een gezelschappelijke psychiatrie eruitziet en hoe die versterkt kan worden.
Gert Schout, van huis uit sociaal psychiatrisch verpleegkundige, promoveerde op een proefschrift over zorgvermijding en zorgverlamming en was lector openbare ggz bij de Hanzehogeschool in Groningen. Voor het ministerie van VWS voerde hij verschillende onderzoeksopdrachten uit inzake het voorkómen van dwang in de ggz. Hoofdstuk 1
Inleiding 9
1.1 Ontschuldiging, pretenties en het laaghangend fruit 9
1.2 Bodemverrijking 10
1.3 Handelingsvermogen 12
1.4 Wij bewerkstelligen psychiatrie 15
1.5 Wachtlijsten en cherrypicking 18
1.6 Onderwijs in plaats van hulpverlening 21
1.7 Zelf niet buiten schot 23
1.8 Werkwijze 24
Hoofdstuk 2
Twee gebouwen 27
2.1 Inleiding 27
2.2 Het eerste gebouw 29
2.3 Het tweede gebouw 34
2.4 Tussen beide gebouwen 40
2.5 Hoge gronden en moerassig laagland 45 Hoofdstuk 3 Nederland als transactioneel laboratorium 49
3.1 Inleiding 49
3.2 Twee verhalen: relationeel versus transactioneel 51
3.3 Maakbaarheid in de Nederlandse psychiatrie 55 3.4 Handelingsvermogen ondersteunen 59 3.5 De openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz) als casus 61
3.6 Conclusie 63
Hoofdstuk 4 De hegemonie van het bijzondere 67
4.1 Inleiding 67
4.2 Een omgekeerde route 69
4.3 Narcisme 71
4.4 Onderwerping aan het ik-ideaal 73
4.5 Van boven-ik naar ideaal-ik 74
4.6 Geen ‘normie’ 77
4.7 De toeloop begrijpen 79
Hoofdstuk 5 Werken aan een omgekeerde route 83
5.1 Inleiding 83
5.2 Voorbij communitaurisme en convivialisme 84
5.3 Gezelschappelijkheid 87
5.4 Gezelschappelijkheid vormgeven 92
5.5 Een ‘holding environment’ in Taiwan 94 5.6 Een holding of een facilitating environment? 96
5.7 Het beperkte — maar ook bijzondere! — succes van Eigen Kracht-conferenties 99
5.8 Peer Supported Open Dialogue 102
5.9 Gezelschappelijke psychiatrie 104 Hoofdstuk 6 Relationeel vakmanschap
107
6.1 Inleiding 107
6.2 De deskundologie op afstand 109
6.3 Een psychiatrie van debutanten 112
6.4 Niet de ander, ik ben het probleem 115 6.5 Ambachtelijk werken in moerassige omstandigheden 120
6.6 Relationele bodemverrijking als weefsel van giften 124
Hoofdstuk 7 Het kan anders 131
7.1 Waar kan het landen? 131
7.2 Hoe kan het landen? 137
Eindnoten 147
Dankwoord 159
Lijst met geïnterviewden en meelezers 163 Over de auteur 165