Geert Van Maele is de hardwerkende CEO van een middelgroot bedrijf. Hij overleeft een ‘doodervaring’ in de scanner. Het gevecht op leven en dood van lichaam en geest om te overleven wordt toch nog overstegen door, gelijktijdig, de dwingende vraag dat zijn vrouw, Belleke, de boodschap moet ontvangen: ‘ik houd van u!’ Onder impuls van zijn vrouw gaat hij naar een maandelijkse vergadering van andere ‘doodervaarders’. Hij sluit daar vriendschap met twee mannen – de zachtmoedige Herman en de meer cynische Luc - waarmee hij telkens na de vergadering een pint gaat drinken. Snel ontstaat er vertrouwen en hij maakt hen deelgenoten van die dwingende vraag in de scanner: ‘zeg aan mijn vrouw dat ik van haar houd’. Tussen pot en pint bespreken zij telkens wat zij gehoord hebben op de bijeenkomst. Maar ook en vooral hun huwelijksperikelen. Zij willen beterschap maar zitten gevangen in noodlottige onmacht. Tussen de paperassen van zijn overleden vader ontdekt Geert een USB-stick met briefwisseling tussen kleinkinderen en grootvader. Hij gebruikt die brieven als steunpunt en leidraad voor dit verslag over zijn zoektocht. Via een ongevalletje maakt Geert kennis met een wijze man.