Tako Tsubo is een grimmige brief aan een verdwaald Nederland, een roman vol leven, hoop, warmte en geloof. Tegen de achtergrond van de gekleurde samenleving in Rotterdam-Zuid probeert de eenenveertig jarige Daniel van der Craets zijn leerlingen de liefde voor het vak Frans bij te brengen. Hij ziet met lede ogen aan dat in veel gezinnen de taal van de liefde ontbreekt. Als tijdens de literatuurlessen een gedeelte uit het boek “Un sac de billes” van Joseph Joffo - een aangrijpende vertelling over een Joodse jongen in Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog - wordt behandeld, ontaardt dit al snel in een felle discussie. En in plaats van dat de leerlingen - zoals Van der Craets hoopt - door dit verhaal oog gaan krijgen voor elkaar, uiten veel van hen hun afkeer tegen het Jodendom. Op de laatste schooldag van het jaar wordt er teruggeblikt. Niet het verhaal "Un sac de billes" zelf, maar de dramatische gebeurtenis die het teweegbrengt heeft hen uiteindelijk dichter bij elkaar gebracht. Aan de hand van achttien hoofdstukken wordt het Beeldenterras aan de Westersingel in het hart van Rotterdam verkend, dit levert een poëtisch, bruisend en wervelend geheel.