In eerste instantie werden de eilanden Curaçao, Aruba en Bonaire door de Spanjaarden als Islas Inútiles, nutteloze eilanden, aangeduid. Goud was er niet te vinden en de grond vonden ze ook niet vruchtbaar. De Geoctroyeerde West-Indische Compagnie (WIC) dacht anders daarover. Vooral Curaçao groeide uit tot een centrum voor handel, spanning en sensatie. Het waren ruige perioden waarin de inwoners voor hun leven te vrezen hadden. Een komen en gaan van oorlogvoerende mogendheden; Hollanders, Fransen, Britten en ook kapers. Kanonschoten, plunderingen en romantiek. Velen hebben het overleefd en voor afstammelingen gezorgd. De historische gebeurtenissen in dit boek geven een beeld van de omstandigheden waarin Martha Angela en Cathalina Jarig (Janga) - twee bij wet alleenstaande vrouwen - hun kinderen hebben grootgebracht.