'Zij is de sterkste vrouw die ik ooit heb ontmoet. Het bijzondere aan haar was haar onbetwistbare waarachtigheid, waardoor zij het risico aanging zonder zekerheden te leven, met een vertrouwen dat ze vaak zelf niet begreep.’ Zo schrijft Hilde over haar hartsvriendin Johanna Kuiper na haar plotselinge dood. Johanna Kuiper leefde gedurfd in een veelbewogen geschiedenisperiode. Ze knokte voor haar onafhankelijkheid, als vrije vrouw, als alleenstaande moeder, als postuum onderscheiden verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog, als openlijke concubine, als kinderboeken- en kinderbijbelschrijfster en vertaalster, en als bewonderaarster van de jonge Republiek Indonesië. Uit de bijna tweehonderd overgeleverde brieven van 1925-1956 tussen de twee vriendinnen komt een intiem portret naar voren. Na een afgebroken theologiestudie zette Johanna de stap naar een riskant beroep in de Limburgse mijnstreek, en nam daarna vele onconventionele keuzes die niet zonder gevaar waren. Inleiding. ‘Hannie? Dat wás me toch een portret!’ 7
1 Groeipijn (1896-1917). ‘Ik was dom en ongelukkig en alles koste tranen.’ 9
2 Leren en verkeren (1917-1921). ‘Ik keek even naar binnen in een
vreemde wereld.’ 31
3 Mijnwerker en Neuwerker (1921-1924). ‘Je hoeft me niet te duwen,
ik kan het alleen.’ 51
4 Schrijvende moeder (1924-1926). ‘Mijn gedachten zijn niet langer dan
mijn haren.’ 73
5 Koning Floor (1926-1928). ‘Met mijn koning kan ik alles aan.’ 87
6 Grensoverschrijdend stadsproletariaat (1929-1933). ‘Ik wil bij deze
mensen horen, maar ben toch anders.’ 105
7 Allesveranderende jaren (1933-1935). ‘Grijs en vormeloos ben ik,
maar ik schrijf en vertaal.’ 121
8 Een kind en een man (1934-1935). ‘Ik ga een man van hem maken.’ 135
9 Etersheim (1935-1940). ‘We moeten vechten tegen de barbarij.’ 153
10 Terreur en verzet (1940-1943). ‘De oorlog? De mooiste tijd van
mijn leven. Je wist wat je moest doen.’ 178
11 Zwerven en schrijven (1943-1944). ‘Moet Jeremia weer overgebakken
worden?’ 200
12 Honger en hulp (1944-1945). ‘Jullie zijn een deel van het ameublement.’ 214
13 Opbouw of restauratie (1945-1949)? ‘We moeten herstellen
van een zware ziekte.’ 221
14 Dopers en dwars (1949-1954). ‘Pas ik wel als vreemde eend in die
doopsgezinde hoenderren?’ 250
15 Vrije vogel Struijs (1955). ‘Eindelijk vrij.’ 276
16 Ibu Johanna (1955-1956). ‘Het doet bijna pijn, zo prachtig is het hier!’ 287
17 Hoe ging het hen verder? 304
Dankwoord 307
Noten 309
Herkomst afbeeldingen 323
Afkortingen 324
Bibliografie Johanna Kuiper 325
Bronnen 327
Naamregister 329
Ik heb een vraag over het boek: ‘Johanna Kuiper (1896-1956) - Melle, J.J.F. van’.
Vul het onderstaande formulier in.
We zullen zo spoedig mogelijk antwoorden.