Een componist verliest zijn grote liefde en zijn zesjarige dochter. De twee vrouwen die hij later ontmoet kunnen dat verlies niet verzachten, terwijl een psychopaat zijn beroepsleven dwarsboomt. Het leven van componist Andreas Veerman verandert grondig na zijn ontmoetingen met twee personen die het verdere verloop van zijn bestaan bepalen, de talentvolle celliste Margot Nachtegaele en de zelfingenomen estheticus Hugo Bourgeois. Wanneer het noodlot toeslaat, blijven ze Veerman allebei achtervolgen en lijkt het voor hem onmogelijk om zich van hen te bevrijden, ondanks de hulp die hij krijgt van dirigent Willem-Jan Timmers en fysicus-mathematicus Henrik Franssen. Is hij werkelijk de speelbal van het lot en heeft hij zijn bestaan niet in eigen hand? Wat met de kunst en de wetenschap, zijn die ook gebonden aan de wetten van het determinisme? En welke rol spelen Gustav Mahlers Kindertotenlieder in dit verhaal?
