Wittgenstein zet in de Tractatus zijn ideeën over taal, denken en de werkelijkheid uiteen. Het boek geldt nog steeds als een van de belangrijkste filosofische werken. In de Tractatus logico-philosophicus (1921) schrijft Ludwig Wittgenstein dat hij alle wijsgerige problemen heeft opgelost. Zo boud als deze bewering is, zo kort is de verhandeling zelf, die louter uit genummerde stellingen bestaat. Bondig en stellig is ook de stijl waarin Wittgenstein zijn fundamentele ideeën over taal, denken en de werkelijkheid uiteenzet. Het boek werd bij publicatie direct als klassieker herkend en geldt nog steeds als een van de belangrijkste filosofische werken. De gloednieuwe vertaling van Peter Huijzer en Jan Sietsma is gebaseerd op de kritische editie en staat naast de Duitse tekst. De inleiding is geschreven door Martin Stokhof, de Nederlandse Wittgenstein-expert. De versie van Huijzer en Sietsma biedt doorgaans soepeler en eleganter Nederlands; maar daardoor staat ze grammaticaal soms iets verder van het Duits af. Voor het begrip van de tekst zijn zulke verschillen echter van ondergeschikt belang. Persoonlijk heb ik een lichte voorkeur voor de Octavo-uitgave; die heeft bovendien het handzame formaat van een zakbijbel, en is voorzien van een glossarium en een index, en van een gedegen inleiding door Wittgensteinkenner Martin Stokhof.
20-01-2022
Michiel Leezenberg
NRC Handelsblad Inleiding door Martin Stokhof
Tractatus logico-philosophicus
Noot van de vertalers
Glossarium
Index
Ik heb een vraag over het boek: ‘Tractatus logico-philosophicus - Wittgenstein, Ludwig’.
Vul het onderstaande formulier in.
We zullen zo spoedig mogelijk antwoorden.