Het concentratiekampsyndroom en de LSD-behandeling van Jan Bastiaans
Omschrijving
Studie naar de destijds omstreden behandelmethode met LSD van traumatoloog en hoogleraar psychiatrie Jan Bastiaans en de ontwikkeling van KZ-syndroom naar PTSS in de periode van 1954 tot 1987. In de jaren zestig werd duidelijk dat concentratiekampoverlevenden psychische klachten ontwikkelden. Dit stond bekend als het KZ-syndroom. Het was het proefschriftonderwerp van psychiater Jan Bastiaans, later hoogleraar te Leiden. Hij ging oorlogsslachtoffers behandelen met onder meer LSD, een middel dat in 1966 werd verboden. Maar enkele psychiaters, onder wie Bastiaans, kregen toestemming het middel medisch te gebruiken. Hij hoopte hiermee na de lichamelijke bevrijding van 1945 een geestelijke bevrijding te bewerkstelligen. Zijn methode was omstreden bij vakgenoten, maar niet in de media. Met uitzondering van enkele columnisten verdedigden zij medisch gebruik, ongeacht hun signatuur. Bastiaans zei er voorzichtig mee om te gaan. Patiënten zeiden er baat bij te hebben. Meer bewijs was onnodig. De dagen van de randomized trial moesten nog komen.
Inclusie typeert de geschiedenis van het KZ-syndroom. Slachtoffers veranderden in getroffenen en later zelfs in betrokkenen. Aanvankelijk was de diagnose gereserveerd voor overlevenden van de Duitse kampen. Daar kwamen niet opgepakte verzetsmensen, overlevenden van de Japanse kampen, veteranen met verwerkingsproblemen, slachtoffers van Molukse gijzelingen en tweede-generatiekinderen - ook van NSB’ers - allemaal bij. Een eerste schatting van een paar duizend patiënten groeide hierdoor tot 200.000 uit. De documentaire Begrijpt u nu waarom ik huil… (1969), de discussie over de Drie van Breda, de opening van Centrum ’45 (1972), de Molukse gijzelingen (1975/1977) en de tv-serie Holocaust (1979) leidden tot uitvoerige berichtgeving hierover. De kranten droegen echter ook bij aan de uitdijing. Een door hen veel belichte oorzaak was de wens van psychiaters dat de symptomen van de klachten en niet de oorzaken (het KZ) de diagnose bepalen. Slachtoffer of dader, kampoverlevende of getuige van een auto-ongeluk: het doet er niet toe. De term KZ-syndroom verdween. De alles overkoepelende, en belangrijke verschillen wegpoetsende, posttraumatische stressstoornis (PTSS) was geboren. Bastiaans was veel meer dan een dwarse psychiater. Hij was nooit te beroerd om zijn mond open te trekken en werd een bekend en gerespecteerd geluid in de woelige jaren zestig en zeventig. Leo van Bergen schreef in Bevrijd een boeiend portret van Bastiaans én van de roerige decennia waarin schuldbesef en slachtofferschap centraal kwamen te staan. Om nooit meer te verdwijnen.
19-03-2022
Marcel Hulspas
De Volkskrant Inleiding
1 Eerste berichtgevingen over de kampziekte en het proefschrift van Bastiaans
2 De aandacht neemt toe
3 Het psychoanalytisch congres te Amsterdam in juli 1965
4 Over LSD en de omgekeerde bewijslast
5 De film Begrijpt u nu waarom ik huil…
6 De Werkgroep-kampsyndroom
7 De komst van de postconcentratiekampsyndroomkliniek
8 De Drie van Breda
9 De uitzending van Begrijpt u nu waarom ik huil…
10 De invloed van de Drie van Breda-discussie
11 De bouw van de postconcentratiekampsyndroomkliniek
12 De opening van Centrum ’45
13 Het oorlogssyndroom en kritiek op alsook lof voor LSD-gebruik
14 De eerste Molukse gijzelingen: Wijster en Amsterdam
15 Een eerste deukje in het imago
16 4 Mei 1977
17 Bovensmilde en De Punt
18 Goed en fout
19 De tv-serie Holocaust
20 Kritiek op de hulpverlening
21 Het verhaal gaat door
22 Het Oostindisch kampsyndroom
23 De nazorg onder vuur en de gijzeling te Teheran
24 Financiële en medische sores
25 Het boek Mensen bij Gijzelingen
26 Het eindspel