De houten monnik is een fictionele familiekroniek over meerdere generaties Hautepenne, een geslacht van wagenmakers en schrijnwerkers afkomstig uit Frankrijk. Protagonist Ferdinand is de jongste van het geslacht. Hij gaat al op jonge leeftijd het klooster in, maar wordt na een aantal jaar weggestuurd. Door zijn ogen maken we kennis met oudoom Vincent in de inrichting Vrederust en diens verhalen uit de Eerste Wereldoorlog, de helderziende moe Angèle en oudoom Jean, een koster-organist die op onorthodoxe wijze aan zijn einde komt. Chamuleau wisselt deze verhalen af met wederwaardigheden van de oudere generaties Hautepenne. Betovergrootvader Dieudonné Hautepenne kwam aan het begin van de negentiende eeuw met de Grande Armée van Napoleon Bonaparte in Zeeland terecht. De roman beschrijft de trektocht van de familie, te beginnen in de zeventiende eeuw in het Zuid-Franse Aquitaine. Via omzwervingen kwamen ze in de Zuidelijke Nederlanden terecht, waar oudvader François zich ten slotte vestigde als wagenmaker in ’s-Heerenhoek. Cornelis Chamuleau (1945) begon al vroeg met het schrijven van verhaaltjes. Helaas is daarvan niets bewaard gebleven, doordat ze bij een felle brand in 1959 in rook opgingen. De gebeurtenissen zoals Chamuleau die in zijn roman beschrijft, zijn voor een deel waargebeurd, al mag de lezer sommige stijlfiguren de schrijver niet euvel duiden. Chamuleau is getrouwd geweest en sinds kort gepensioneerd. Hij heeft twee kinderen en enkele kleinkinderen. De auteur hielp jarenlang bij de aanleg van de Deltawerken. Tegenwoordig tekent en schildert hij en schrijft boeken.