Namens mijn vader is een boeiend levensverhaal. Met een scherp oog voor detail vertelt Eugène over zijn oorlogservaringen in Nederlands-Indië en zijn latere leven. Eugène Bakker wordt in 1930 op Sumatra geboren als zoon van een Friese vader en een Indische moeder. Hij heeft een heerlijke jeugd op Java totdat in 1942 de Japanners Nederlands-Indië binnenvallen en hij samen met zijn moeder en oudere broer wordt opgesloten in een interneringskamp. Van daaruit belandt hij uiteindelijk – als een van de weinige jonge jongens – in Baros 5, het meest beruchte mannenkamp op Java, waar hij is overgeleverd aan de huiveringwekkende praktijken van de Japanse bezetter.
Met een scherp oog voor detail vertelt Eugène over zijn oorlogservaringen en zijn latere leven. ‘Ik kan er nu goed mee omgaan,’ zegt hij onverschrokken, maar gaandeweg wordt steeds duidelijker dat de oorlog hem inhaalt en dat er bij tijd en wijle pijnlijke herinneringen komen bovendrijven. Baros 5 blijkt zijn leven voorgoed te hebben veranderd. Een uitermate boeiend levensverhaal over oorlogservaringen in Nederlands-Indië en het latere leven van de hoofdpersoon. Prachtig verwoord. Voorwoord
Proloog
DEEL 1 – De vooroorlogse jaren (1920 - 1942)
Hoofdstuk 1 – Leven in Nederlands-Indië
Hoofdstuk 2 – Buitenwereld
Hoofdstuk 3 – Aanloop naar WOII
Hoofdstuk 4 – Het oog van de naald
Hoofdstuk 5 – Het leven weer opbouwen zonder papa
DEEL 2 – Vrouwenkamp Kareës (1942 - 1944)
Hoofdstuk 6 – Verhuizing naar een voormalige compound
Hoofdstuk 7 – De situatie wordt grimmiger
DEEL 3 – Baros (oktober 1944 - augustus 1945)
Hoofdstuk 8 – Jongenskamp Baros 6
Hoofdstuk 9 – Mannenkamp Baros 5
Hoofdstuk 10 – Spoorwegkamp Tjitjalenka
DEEL 4 – De naoorlogse jaren
Hoofdstuk 11 – Nederlands-Indië na 1945
Hoofdstuk 12 – Naar Nederland (zomer 1946)
Hoofdstuk 13 – Terug naar Nederlands-Indië (december 1948)
Hoofdstuk 14 – Definitief terug naar Nederland (juli 1950)
Hoofdstuk 15 – De watersnoodramp
Hoofdstuk 16 – Weerzien met dokter De Bruin
Epiloog
Dankwoord
Woordenlijst