Een boek van, over en voor supporters en sympathisanten van R. Antwerp FC. ‘Wij willen de mooiste en de beste zijn, maar met respect’ (Ria Gheysens) ‘Antwerp is meer dan voetbal’ (Jakke Van Cauwenbergh) ‘Onvergetelijk om door die historische tunnels het veld van de broeiende Bosuil op te lopen’ (Bob Geens) ‘Antwerp is een bacterie waartegen geen medicatie is opgewassen’ (Cisse Beckx) ‘Het respect en de bewondering wanneer onze karavaan een locatie binnentrekt, dat vind ik het mooiste aan onze busreizen’ (Michel Wauters en Rosita Valcke) ‘Ik heb twee families’ (Rudi Taeymans) ‘De Bosuil is het Tomorrowland van het voetbal’ (Paul Bistiaux) ‘Op den Twee ben ik één met iedereen’ (Luk Wyns) ‘De Bosuil is een magneet die je aanzuigt, het is als de serre van Laken voor een plantenliefhebber’ (Julien De Ridder) ‘Op den Bosuil dansen de geesten van het verleden met de kinderen van de toekomst’ (Jeron Dewulf) ‘Die beker is voor altijd in mijn leven’ (Ratko Svilar) ‘Ik zie mijn ploeg zo graag als ik mijn stad zie’ (Patrick Van Ouytsel) ‘Als je gebeten bent, is het voor het leven’ (Wim De Decker) ‘Antwerp is thuiskomen, een familie waar je iedereen tegenkomt, van advocaat tot bak’ (Renald De Vulder) ‘Eén bezoek aan den Bosuil volstaat om volledig door de microbe gevat te worden’ (clubdokter Wim Geerts) ‘Een vriend, Club Brugge-supporter, is stikjaloers op de beleving op de Bosuil’ (Tom Waes) ‘Iets in mij trok me naar de Bosuil. Ik móést er gewoon bij zijn’ (Yannick Pemen) ‘Je wordt geen supporter, je wordt zo geboren’ (Bilson) ‘Ik geloof in voorbehoudsloos supporterschap -en liefde’ (Bart Van De Venster) ‘Elke keer als de spelers de grasmat opkomen, krijg ik kippenvel’ (Marsman)